inclusiviteit

In hoeverre bepaalt de plek van waar je opgroeit je lot? Hoe kan iedereen profiteren van de kansen die een omgeving te bieden heeft? Nabijheid en toegang tot scholing, werk, zorg en voorzieningen vormen de ruimtelijke sleutel. Ze zijn een (onder)deel van de oplossing.

'De buurt waarin een kind opgroeit heeft invloed op het inkomen dat het later bereikt,' stelde het CPB onlangs na onderzoek. Daarom is het niet erg als je ouders minder opleiding of inkomen hebben. Dat wordt pas een probleem als geen enkel kind in je klas of straat ouders heeft met een ander perspectief op het leven, zo bleek uit onderzoek van de Amerikaan David Rusk[1]. Daarom pleiten wij voor sociaal-economisch gemengde wijken. Binnen deze gemengde wijken wonen mensen dan weer graag onder gelijkgestemden in homogene buurtjes[2]. Zo treffen verschillende groepen elkaar dagelijks; in de klas, bij de supermarkt of op straat. Maar een portiek, plantsoentje of parkeerplek deel je vooral met mensen zoals jij.

Dat wijken een gemengde sociale samenstelling hebben is essentieel voor een stad om als emancipatiemachine te functioneren. En dat is weer cruciaal voor een stad om vitaal te zijn en te blijven. Ondertussen dreigen steeds meer steden onbetaalbaar te worden voor middengroepen en bestaan sommige wijken voor meer dan 80% uit sociale woningbouw. Beide zijn niet goed voor stad en samenleving. Gemengde wijken bieden juist vitale beroepen, zoals de leraar, verpleegkundige en politieagent, de kans om een betaalbaar huis dichtbij hun werk te vinden. Want waar veel hoogopgeleiden ver pendelen en met hetzelfde gemak ook thuis kunnen werken, geldt dat niet voor deze vitale beroepen. Gemengde wijken bieden daarnaast de mogelijkheid om wooncarrière in de eigen vertrouwde buurt te maken. Zo kan een deel van de sociale stijgers voor een wijk behouden blijven. Verder is het van belang dat alle buurten toegang hebben tot hoogwaardig openbaar vervoer, zodat alle inwoners (op basisniveau) toegang hebben tot opleiding, werk, zorg en andere voorzieningen. Of je nu jong of oud, arm of rijk (bent), hier of elders bent geboren.

Onze ontwerpen pogen daaraan bij te dragen. Met voorzieningen zoals bijvoorbeeld Theater Zuidplein en vakopleidingen. Of zoals in het Tilburgse Groeseind, door nieuwe bewoners naar een wijk te trekken en die van een nieuw hart te voorzien. De gebouwen en gebieden waaraan we werken dienen de samenleving als geheel.

Want een goede stad werkt als een emancipatiemachine. Waar jongeren naar toe trekken - alleen, zonder opleiding of veel geld - en zich daar tot mondige burgers ontwikkelen met diploma, gezin en carrière. 'Go West, young man!'. Een inclusieve ontwikkeling is uiteindelijk welbegrepen eigen belang. Goed voor de stad en goed voor onszelf.

>> zie ook het thema mixed-use

[1] David Rusk, 'Inside game, outside game' (1999), p. 124
[2] BPD onderzoek ‘Thuis in mijn stad’, 2018 en Prof. Jan Latten