mixed-use

Elke stad, elk dorp en elke plek wordt leuker door het mengen van functies. Na 9 uur 's ochtends is een woonwijk vaak uitgestorven, terwijl een kantorenpark ’s avonds en in het weekend verlaten en onveilig voelt. Gemengde gebieden zijn levendiger, besparen ruimte en mobiliteit. En voorzieningen zijn er beter te delen.

Zo’n honderd jaar geleden werd de scheiding van wonen en werken geïntroduceerd, als antwoord op de ziekmakende, vervuilde, industriële stad. Maar wat toen een logische oplossing was voor de maatschappelijke opgave van dat moment, is dat niet per se voor hedendaagse kwesties. Veel (maar niet al het) werk is kleiner, stiller, en minder gevaarlijk geworden, waardoor mengen van wonen en werken weer aantrekkelijker is geworden. Ook zijn er technische of bouwkundige maatregelen te treffen om geluid, geur en gevaar te reduceren. Dat betekent dat het mixen van functies weer op de (bouw)agenda komt.

Maar mengen is niet makkelijk. Het pakt lang niet altijd zo goed uit als vooraf gedacht. Op de Rotterdamse Wilhelminapier klagen bewoners over de ronkende en rokende cruiseschepen voor hun deur. Begrijpelijkerwijs is een bakker op de Binckhorst bang voor de bouwplannen rond zijn industriële banketbakkerij. Toch biedt het ontwikkelen van mixed-use gebieden ook veel voordelen. Het reduceert mobiliteit, maakt het delen van voorzieningen en investeringen mogelijk, is toekomstbestendig, sociaal veiliger en bovendien populair.

Daarbij kunnen we gek genoeg leren van de zonering van de functionele stad in woonwijken, bedrijven- en industrieterreinen. Door niet klakkeloos alles met alles te (gaan) mengen maar secuur verschillende zones te maken met ieder een gebalanceerde mix. Een mix blijkt beter te werken als de functies elkaar iets te bieden hebben. Wij onderscheiden ten minste drie zones: een zone voor Reuring, voor Rust en voor Ruis. De zones komen samen in een globaal raamwerkplan voor een groter gebied.

Reuring
In de Reuringzone is ruimte voor hoogstedelijke voorzieningen met ruime openingstijden die voor dynamiek en sociale veiligheid zorgen. Woonconcepten voor ‘uithuizige’ bewoners, die sterk leunen op stedelijke en collectieve voorzieningen, sluiten hier goed op aan. De Reuringzone vormt de ruggengraat van een gebied en ligt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij een openbaar vervoersknooppunt of stadscentrum.

Rust
In de Rustzone is ruimte voor wonen, groen en kantoorwerk. Hier passen eigenlijk alle woonvormen en licht werk. Deze zone is daarnaast erg geschikt voor klimaatadaptatie in de vorm van parken en recreatieve verbindingen naar buiten.

Ruis
In de Ruis-zone wordt volop ruimte geboden aan de meer rauwe kant van de stad, in de vorm van experiment, bedrijvigheid, logistiek, verkeer en rommeligheid. Het is een zone met een grotere mate van tolerantie. Hier kan ook ruimte worden geboden aan bijzondere woonvormen, al hoeft dat niet per se. Een dergelijk deelgebied kan ook uit een mix van niet-woonfuncties bestaan, zoals bijvoorbeeld een poppodium met drukkerij en kantoren.

>> zie ook het thema hoogstedelijk